Hans van Bavel uit de Abeelenstraat te ‘s-Hertogenbosch was op 22 oktober 1944 pas tien weken oud als zijn moeder bommenwerpers hoorde naderen en zich in de kelder ging verschuilen met haar baby, net op tijd, want toen vielen de eerste bommen en de wieg lag na afloop vol stenen.

Wim N. Koningstein’s vertelt:

Mijn oom, de oudste broer van mijn vader, begon na een bombardement op 22 oktober 1944 bewoners te evacueren en als hij aan het einde van de dag huiswaarts keerde, volgde er nog een vliegtuig met bommen voor Rosmalen. Helaas, hij verliest er één; oom Kees was bijna thuis (volgens zeggen op de Graafseweg) als hij door een granaatscherf werd geraakt en op slag dood was.

De rampzalige start van de bevrijdingsweek van ’s-Hertogenbosch: de Abeelenstraat-ramp.

Op 22 oktober 1944 besloten de geallieerden om een start maken met de snelle bevrijding van ’s‑Hertogenbosch met drie bombardementsvluchten. Het weer werkte niet mee in de vroege ochtend van zondag 22 oktober en de bombardementen werden afgelast. Weersverbetering later op de ochtend deed hen besluiten om alsnog één bombardement uit te voeren bedoeld om het lokale Duitse hoofdkwartier uit te schakelen. Helaas beschikten zij niet over de juiste locatiegegevens (ingang van het Hinthamerpark) en bovendien was bij ’s‑Hertogenbosch zoveel sluierbewolking aanwezig dat het doelgebied niet te herkennen was. Toch werden de bommen geloosd die niet het Duitse commandocentrum troffen maar burgerwoningen in Abeelenstraat en aanliggende delen van de Graafseweg. Het resultaat van deze actie: enkele tientallen burgerdoden en uitgebreide verwoesting van woningen.

Ter nagedachtenis van deze ramp werd in het najaar van 2021 door het stadsbestuur een gedenkplek onthuld aan de rand van een speelveldje in de Abeelenstraat. Op deze plek wordt aanstaande 22 oktober 2024 stilgestaan bij het rampzalige begin van de week die op 27 oktober zou eindigen met de bevrijding van de stad.

Hierna volgt nog een artikel van Wim Hagemans, gepubliceerd in Bossche Kringen: