Gemert, de Vrije Soevereine Heerlijkheid

Op de bijgevoegde kaart zien we de ligging van de diverse heerlijkheden en steden die van belang waren voor de verschillende generaties de Vlam in de 16e tot 18e eeuw binnen het voormalige hertogdom Brabant.

Gemert bevindt zich in de Nederlandse provincie Noord-Brabant.

Gedurende de Tachtigjarige Oorlog was Noord-Brabant vele jaren frontgebied en kreeg het allerlei moeilijkheden en rampen te dragen.

Het slot was, dat bij de vrede van Munster in 1648 het grootste deel van het gebied, dat nu Noord-Brabant vormt, aan de Republiek der Verenigde Nederlanden kwam. Niet tot de republiek behoorden: het graafschap Bokhoven, het graafschap Megen, het Land van Ravenstein, de Commanderij van Gemert en de Baronie van Boxmeer, terwijl Oeffelt deel uitmaakte van het hertogdom Kleef.

Het noordwestelijk kleigebied, hoofdzakelijk protestants, behoorde
voor het grootste deel tot het gewest Holland. Hier lagen:
Stad en Land van Heusden, het Land van Altena, enige ambachten, behorende tot het baljuwschap van Zuid-Holland, de heerlijkheid van Geertruidenberg, van de Zwaluwe, van Zevenbergen en van Niervaart of Klundert. Eindelijk waren Oyen en Dieden, aan de Maas gelegen, Gelders, terwijl Nieuw-Vosmeer en Hinkelenoord tot de provincie Zeeland behoorden.

De rest werd Staats-Brabant genoemd; het bestond uit de delen: de Stad Grave en het Land van Cuyk; de Stad en Meierij van ‘s-Hertogenbosch; de Baronie van Breda, het Markiezaat van Bergen op Zoom en de heerlijkheden Steenbergen, Prinsenland en Willemstad.
Met Staats-Vlaanderen en het Land van Overmaze vormde Staats-Brabant van 1648 tot 1795 de Generaliteitslanden.

Tegen de historische feiten en de vroegere verklaringen van de Staten-Generaal in, werden ze als veroverd gebied beschouwd en als zodanig behandeld: alle aandeel in het algemeen bestuur, zelfs in het eigen bewind, werd hun ontzegd. Voor Staats-Brabant begon in de eerste
helft van de 1 7e eeuw een periode van groot verval en van diepe vernedering. De Brabanders werden uit alle ambten gedrongen, de
katholieken werd de uitvoering van hun godsdienst verboden, een zwaar belastingstelsel, dat in het geheel niet paste bij de economische
structuur van het landschap, verhinderde alle welvaart, die toch in aanleg aanwezig was. Alles was er op gericht, zoveel mogelijk
geld uit deze streken te halen. Predikanten, ambtenaren en landheren, allen niet-katholieke vreemdelingen, gingen de overheersende
bovenlaag van de bevolking vormen. De aloude bewoners daalden tot een sociale groep van de tweede rang af, die de Brabantse tradities bewaarde, welke in de loop van de 19e eeuw richting zouden geven aan de moderne ontwikkeling van het gewest. Wel verminderde deze zware druk enigszins in de tweede helft van de 18e eeuw onder invloed van de patriotse beginselen, maar de grote ommekeer kon pas met de val van de oude, af geleefde republiek worden tegemoet gezien.

[extract uit Dr. H. Van Velthoven, Noord Brabant, een gewest in opkomst, uitg. Henri Bergmans N.V., Tilburg 1849]

De Peel is een grotendeels afgegraven hoogveengebied op de grens van de Nederlandse provincies Noord-Brabant en Limburg. Het hoogveengebied strekte zich ongeveer uit van Weert in het zuiden tot Grave in het Noorden. Eeuwenlang vormde het een rijksgrens. Op Wikipedia vond je ook een filmpje over het turfsteken op de oude wijze.

Het Kwartier van Peelland is de benaming voor het grootste van de vier kwartieren van de voormalige Meierij van ‘s-Hertogenbosch1, die weer een onderdeel van het hertogdom Brabant vormde. De andere drie kwartieren van deze meierij waren Kwartier van Kempenland, Kwartier van Maasland en Kwartier van Oisterwijk. Peelland vormde historisch tot aan het einde van de 18e eeuw het zuidoostelijke kwartier van de Meierij van ‘s-Hertogenbosch met als bestuurlijke hoofdplaats Sint-Oedenrode, vandaag Helmond.[Wikipedia]

Op de website van de gemeente Gemert-Bakel “Land van de Peel” leer je al snel dat deze gemeente een bijzondere geschiedenis heeft:

Hartelijk welkom in Gemert-Bakel, vrije Heerlijckheid in de Peel. Indertijd kenmerkte deze Heerlijckheid zich door verschillende privileges en vrijheden, zoals godsdienstvrijheid en andere wetgeving. Het positieve gevoel en het genieten van de Bourgondische sfeer van een Heerlijckheid zijn heden ten dage nog steeds aanwezig.

Gemert is altijd al een buitenbeentje geweest binnen Nederland, en dat merk je ook vandaag nog, waar de gemiddelde inwoner (die er al generaties verblijft) er trots op is Gemertenaar te zijn.

Gemert was een soevereine staat dat behoorde tot het Duitse Roomse Rijk. Tot de Fransen een nieuwe bestuursvorm instelden in 1796 was Gemert als een katholieke enclave binnen de Bataafse Republiek een soeverein vorstendom dat deel uitmaakte van het Heilig Roomse (Duitse) Rijk, onder het bestuur van de Landcommanderijen van de Duitse Orde, met de landcommandeur van de Duitse Ordebalije Alden Biezen als Vrijheer van Gemert2. Alle parochies die onder de Duitse ridderorde vielen, werden bediend door priesters die onder de Teutoonse orde werden opgeleid. Als Vrije Rijksheerlijkheid in handen van de Duitse Orde had Gemert zich zoveel mogelijk afzijdig gehouden van het conflict tussen de Republiek en de Koning van Spanje (Tachtig-jarige Oorlog). Pogingen van Den Haag om de heerlijkheid aan het Staatse gezag te onderwerpen konden steeds op fel verzet vanuit Gemert rekenen.

In 1587 werd in Gemert de Latijnse School opgericht. Zelfs na de Vrede van Münster (in 1648) wanneer de “Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden” officieel uit het Heilige Rooms Rijk stapt, Na een bezetting3 van 14 jaar door Staatse troepen wordt Gemert een Soevereine Rijksheerlijkheid binnen het Duitse Rijk en onder diens bescherming. Tegen het einde van de 18e eeuw was de orde verveld tot een orde zonder veel macht en vermocht ze niets tegen de overmacht van de Franse invasie, waardoor Gemert4 uiteindelijk deel ging uitmaken van het Koninkrijk Nederland.5

Wie Gemert zegt, denk automatisch aan het markantste monument van deze gemeente: het alomheersende kasteel van de machtige Duitse Orde! Wil je hier meer over weten, lees dan meer op Erfgoed Brabant.

Bron: KasteelvanGemert.nl (na restauratie buitengedeelte; de gebouwen rechts (in plaats van de burcht) en linksonder zijn 18e eeuws)

In 2023 werd het kasteel gerenoveerd. Via de website van de nieuwe landeigenaar weten we nu dat hier een hotel gevestigd zal worden, waarbij de bezoeker nog steeds welkom zal zijn om het kasteel, alsook de ondergrondse funderingen van de oude burcht te kunnen bewonderen.

Op de gravure hieronder kijken we vanuit de andere zijde van het kasteel, en met de originele gebouwen. Via de omliggende tuinen hadden de ridders onmiddelijke toegang tot de kerk. De dorpelingen die langs de Merckt (vandaag Ridderplein) woonden of passeerden, moesten de kerk bereiken via het Kerkepad aan de andere zijde. Merk op dat de St. Janskerk toen nog niet over een kerktoren (1853) beschikte; het had wel een dakruiter met een klokje (zie de gravure hierna).

Vanaf 1734 moest de oude burcht plaats maken voor een driegevelgebouw in Louis-XIV-stijl. Ignatius heeft de afbraak van de burcht nog meegemaakt, hij woonde er trouwens in de buurt tegenover de hoofdingang, maar het nieuwe gebouw kwam er pas na zijn dood.

Dit is het Gemert en de burcht ten tijde van Ignatius en Maria.
Het poortgebouw is gebouwd in 1608; de burcht werd afgebroken in 1737 en vervangen door een wooneenheid dat we vandaag kennen.
De kerktoren met uuraanduiding is verdwenen; de nieuwe kerktoren staat er nog steeds. De Merckt (Ridderplein)) werd pas groter met het dempen van de gracht in 1737.
Vooraan zien we de witte brug met sluis die de Slotgracht van water uit de Rips voorzag. De tekening was gemaakt door een spion van de
Staten-Generaal, Klotz.
Ignatius heeft de voorpoort zeker meermaals betreden om opdrachten uit te voeren.

Op de volgende figuur zien we enkele gebouwen of locaties waar belangrijke personen uit ons onderzoeken kunnen situeren.

Gemert ligt op 100km van Deurne (B, prov. Antwerpen) en 80km van Tongerlo (B, prov. Antwerpen). Tongerlo ligt zelf 40 km van Antwerpen.

Dit zijn de afstanden die onze voorouders moesten afleggen te voet of te paard of met paard en kar, afhankelijk van hun status en het weer. in die tijd waren geplaveide straten nog een zeldzaamheid.

De heer Simon van Wetten, oud-archivaris van Gemert maar een geboren Amsterdammer, jawel, beschrijft in zijn boek “Kroniek van een Kommanderij”6 het leven in Gemert zoals het er aan toe ging in de tijd ergens tussen 1200 en 1800, met speelse teksten gebaseerd op de vele archieven die de gemeente rijk is: een echte aanrader voor wie meer vertrouwd wil worden met Gemert!

Het speciale Suske en Wiske-verhaal De vliegende klomp. Dit verhaal werd oorspronkelijk in 1975 uitgebracht om de provincie Noord-Brabant te promoten. In het verhaal houden Suske, Wiske en Sidonia in een vliegende klomp een wedstrijd tegen Lambik en Jerom, die op de fiets gaan. Ze komen door heel Noord-Brabant en er zijn tal van bekende gebouwen en attracties te zien.

En dan is er nog Wim N. Koningstein die een heerlijk overzicht van Gemert en de Peel in zijn boek over Ignatius en zijn nakomelingen heeft verzorgd op blz 64 en volgend.

  1. Het historische landschap de Meierij nam het oostelijk deel van de tegenwoordige provincie Noord~Brabant in beslag, behalve het gebied ten noordoosten van de Peel. Het viel nagenoeg samen met het stroom.gebied van Dommel en Aa en strekte zich uit tot de Belgische grens in het zuiden, tot de waterscheidende heuvelrug tussen Tilburg en
    Breda in het westen en tot de Peelmoerassen in het oosten. De
    Meierij was in vier kwartieren verdeeld: Oisterwijk met de gelijk-
    namige hoofdplaats in het noordwesten; Kempenland met eerst
    Oirschot, later Eindhoven als centrum in het zuidwesten; Peelland
    met St. Oedenrode, later Helmond in het zuidoosten en Maasland
    met Oss in het noordoosten. [dr. H. van Velthoven, Noord-Brabant, een gewest in opkomst] ↩︎
  2. Gemert heeft een roemruchte geschiedenis: hier vestigde zich in de
    eerste helft van de dertiende eeuw de Duitse Orde. Haar commanderij
    behoorde evenals die van Vught tot de Balije van Alden Biesen, gelegen
    tussen Maastricht en Tongeren. Zij kwam in grote moeilijkheden
    met de kasteelheren van Gemert, met wie zij de heerlijkheid
    te leen hield voor de hertog van Brabant. In deze strijd gingen de
    heren van Gemert ten onder, zodat de heerlijkheid in de 14e eeuw
    geheel aan de Duitse orde kwam. De heerlijkheid werd niet als een deel van de Meierij beschouwd, wat duidelijk blijkt uit het feit, dat katholieken er na 1629 vrij hun godsdienst konden uitoefenen. Een grote moeilijkheid kwam, toen een ontevreden commandeur Ulric van Hoensbroek m 1648 de bescherming van de republiek inriep en de Staten-Generaal hierop ingingen: zij bezetten Gemert, terwijl de schout van Peelland in 1649 een ware terreur tegen de katholieke geestelijkheid van de commanderij ontketende. Toen de grootmeester der orde hiertegen protesteerde, verklaarden de Staten-Generaal, dat Gemert deel uitmàakte van de Meierij. Dit conflict eindigde met het verdrag van 1662, waarbij de Staten-Generaal afstand deden van hun aanspraken op de souvereiniteit over Gemert, op voorwaarde, dat de hervormden vrij hun godsdienst binnen deze plaats zouden mogen uitoefenen en voor hen door de Orde een kerk zou worden gebouwd, benevens woningen voor predikant en schoolmeester. De grote betekenis van dit verdrag was de erkenning door de Staten-Generaal, dat er geen enkel staatkundig verband meer tussen Gemert en de Meierij bestond. Vermaard is Gemert voorts om de latijnse school, die sedert het oprichtingsjaar 1587 zeer veel goeds tot stand bracht: honderden ontvingen hier hun opleiding tot priester en hoge burgerlijke ambten. ↩︎
  3. Tijdens die bezetting konden katholieke erediensten niet langer doorgaan in de parochies van de dorpen in en rond Gemert. De Gemertenaren kerkten toen in de grenskapel/schuurkerk op de Mutshoek bij Esdonk, in het vrije Land van Ravenstein. [bron: Heemkunde Gemert] ↩︎
  4. In September 1805 werd het departement “Braband” vergroot met de door de Fransen in 1795 bezette en in 1800 aan onze republiek gecedeerde Landen van Ravenstein, Megen, Boxmeer, Gemert en Bokhoven. ↩︎
  5. De Heemkundekring “De Kommanderij” van Gemert beschikt over een zeer uitgebreid en toegankelijk archief. Het bezoeken waard. ↩︎
  6. Kroniek van een Kommanderij – Kéénde gaj óns laand? 1200-1800, Simon van Wetten, Gemert-Bakel, 2018, eigen uitgave ↩︎

VLAM!