Jan’s studeerkamer met daarin zijn boekenbezit was zijn favoriete plek thuis. Hij genoot van het schrijven van voordrachten en declamaties als het schrijven in pedagogische tijdschriften en onderwijsbladen. Maar ook hjet maken en schrijven van muziekstukken en liederen behoorden tot zijn oeuvre.
Vlam1 (Jan Jozef de), geb. te Rijsbergen den 21 Maart 1828, is sinds 1 Januari 1854 hoofdonderwijzer aan de openbare school te Eindhoven. In 1859 werd hij tevens directeur van de normaallessen aldaar en in 1868 leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde.
Hij schreef: Gedichtjes voor jeugdige kinderen; Bij de overstrooming in 1861; 17 November 1863 en 12 Mei 1874, twee kinderliederen, benevens verscheidene andere gedichten. Verder leverde hij, veelal onder pseudoniem, stukken van letterkundigen en paedagogischen aard in tijdschriften en onderwijsbladen, alsmede bijdragen in Meierijschen tongval voor Leopold’s Van de Schelde tot de Weichsel.
Kinderlied van 17-11-1863 ter herdenking van 50 jaar Koninkrijk op de tonen van het oude volkslied van Nederland “Wien Neêrlands Bloed” (naar H. Tollens):
Komt heffen wij een feestlied aan
Op Vaderlandsche wijs,
Het vijftigjarige volksbestaan
Stelt Neêrlands jeugd op prijs.
Wij zingen in dit feestlijk uur
Met onblklemde borst,
Ons jeugdig harte gloeit van vuur
Voor Vaderland en Vorst.
O ja, ons klopt het jong gemoed
Voor den geboortegrond,
En vrolijk bruist het jeugdig bloed;
Als men zijn' lof verkondt.
Geen' vreemdeling benijdt ons oog
Aan Noord- of Zuiderkant;
Maar vrij rijst hier het lied omhoog
Voor Vorst en Vaderland.
Wij bidden, als een Tollens deed,
In het heerlijkst volksgezang.
Bewaar, o God! Bevrijd van leed.
En volk en koning lang!
Bescherm het dierbaar Vaderland
Bescherm d'Oranjevorst.
Bescherm en Vorst en Vaderland.
En Vaderland en Vorst.
- Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend ↩︎