De meeste informatie werd samengesteld door Pito de Vlam.

François de Vlam is twee jaar weduwnaar. Het waren vooral emotioneel en materieel twee zware jaren. Zijn dochter Marie-José zit in het middelbaar onderwijs te Antwerpen op kostschool. Omdat Frans1 handelsreiziger is, logeert hij vaak te Brugge in hotel Wellington. Hier leert hij begin 1930 het kamermeisje Marie Madeleine Van Lersberghe kennen. De twee worden verliefd en algauw zijn er trouwplannen. Het koppel trouwt te Borgerhout op 23-10-1931 en wonen korte tijd in de Vanderkeilenstraat 41. In 1931 verhuist Frans en zijn gezin (met intussen zijn tweede dochter) naar de Gaucheretstraat nr 47 te Schaarbeek (nabij het Noordstation van Brussel).
Samen richt het echtpaar de firma op in autobekleding: “Etablissements D.V.V.L.” (De Vlam-Van Lersberghe)



De zaken komen echter niet tot bloei en halfweg 1933 besluit het koppel om een zaak in Brugge in te richten. Op 25-07-1933 trekken ze officieel in de Katelijnestraat 110. Dit pand is echter te klein om zowel gezin als een handel onder te brengen.

Algauw komen er twee kinderen bij en eind 1934 verhuist het gezin naar een veel groter onderkomen in de Ezelstraat 139 (anno 1933; anno 2025:nr 1492)
Hier is plaats voor een winkel en bureelruimte, en er is ook heel veel woonruimte, wat ook nodig is want er komen nog zonen en dochters op de wereld, wat uiteindelijk op 3-04-1951 leidt tot een gezin met veertien kinderen.
De kroostrijke familie De Vlam is goed gekend in de stad Brugge; de meesten onder hen hebben zeer muzikale en/of artistieke talenten die ze ook aan hun kinderen hebben meegeven. Velen hebben ook deelgenomen aan de diverse historische evocaties binnen de stad Brugge: H. Bloedprocessie, H. Bloedspel, Blindekensprocessie, Maria van Bourgondiëstoet, Gouden Boomstoet, Reiefeesten, ….

De winkel wordt geïnstalleerd voor de verkoop van wisselstukken voor de motoren van auto’s. De zaak begint te bloeien in zoverre dat er zelfs voor hulp in het huishouden kan worden betaald. Met een boekhouder als zaakvoerder werd alle in- en uitgaven minitieus bijgehouden.



In de archieven van François de Vlam werd een aan hem gerichte brief3 aangetroffen, ondertekend door de Amerikaanse generaal Dwight D. Eisenhower, Supreme Commander of the Allied Expeditionary Forces, overgemaakt op een dagorder van 2 oktober 1944 als ‘blijk van bewondering voor de Belgische Weerstand’; Eisenhouwer drukt hierbij in een persoonlijke nota zijn bewondering uit voor de heldhaftigheid waarmee de weerstanders in belangrijke mate bijgedragen hebben in de snelheid waarmee ons land kon bevrijd worden, en waarbij hij de gewapende weerstanders verzoekt om hun wapens in te leveren, nu de vijand verdreven is. De dagorder werd opgemaakt door de commandant van de O.M.B.R.4, G. Allaert. De brief draagt de stempels van INSOUMIS5 en O.M.B.R./EFELDE.
Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog viel er niet te ontkomen aan de opeisingen door de bezetter op handelsgebied. Militaire voertuigen moesten nu ook eenmaal onderhouden worden, en bovendien sprak François vlot Duits. Uit getuigenissen blijkt dat vooral dat hij gesprekken tussen Duitse militairen onderling en van loslippige soldaten opving. Dat gaf hem de gelegenheid om door hem verzamelde en relevante gegevens door te spelen naar het verzet via zijn contact in Antwerpen. Na de oorlog leveren ook de lokale overheden aan François de Vlam de bevestiging af van zijn Vaderlandslievende burgertrouw tijdens de bezetting. Het maakt duidelijk dat Frans nooit zijn heil zocht in commercieel gewin of ander heil bij de vijand. Daarnaast hield hij in zijn magazijn een vluchteling verborgen, die daar als magazijnier werd tewerkgesteld. Fons Daelman werkte op de dienst bevolking van de gemeente Lede, waar hij paspoorten vervalste ten voordele van de 18-jarigen die anders door het bezettingsleger konden worden ingezet. Fons zou na de oorlog zijn eerste schoonzoon worden.
De naoorlogse tijd wordt er een van groei en uitbreiding. De groothandelsactiviteit wordt gevestigd in magazijnen in de Gentpoortstraat 21a en 23bis, uitgebaat door François; de kleinhandel blijft nog in de Ezelstraat, uitgebaat door Marie-Madeleine.
François wordt officieel dealer van General Motors onderdelen.
Op 5-01-1946 wordt de firmanaam Etablissements D.V.V.L. omgevormd tot een P.V.B.A. waarvan Marie Madeleine, Marie-José en een vriend medevennoot en aandeelhouder zijn of worden. Dan op 18-07-1946 richt Frans een vennootschap E.K.A.M.O. op (Eerste Koöperatief van Auto- en Motorrijwiel-Onderdelen).

In 1949 koopt Frans een enorm pand in de Sint-Jacobsstraat 52; het is zo groot dat hier beide vestigingen kunnen worden ondergebracht.


Het 17e-eeuwse pand met de naam “De Swaen” werd in 1727 gebruikt als magazijn. Op de nok van de trapgevel staat een circa 1,30 m hoge natuurstenen uil. In de voorgevel vinden we vier versierde bas-reliefs: “Dit huis” “wierd” “ghenaemd De Swaen” en vinden we een bas-relief versierd met een zwaan.
Een deel van het bedrijfspand wordt omgebouwd tot woonruimte. Het meeste materiaal wordt aangeleverd uit de afbraak van oude eikenhouten balken, handgebakken stenen en pannen van het vervallen klooster van Engelendale op Ver-Assebroek. Ook een in het klooster verborgen schouwmantel met gotische in arduin gekapte dragers overspannen met een zandstenen overbrugging mochten van de werfmeester meegenomen worden als ze het zelf uitbraken. De prachtige schouwmantel in de Sint-Jacobsstraat werd zo voor altijd de blikvanger in het huis.
De immense verbouwing en de financiële last werden fysiek en mentaal te zwaar om te torsen voor Frans en op 30 december 1954, twee weken voor het gezin zou verhuizen naar de Sint-Jacobsstraat bezwijkt vader aan een hartfalen.
Het grote gezin blijft verweesd achter. Marie Madeleine neemt de leiding van de zaak op zich. De oudste kinderen die reeds onder de leiding van Frans in hetzelfde bedrijf tewerkgesteld waren, zetten de zaak uiteindelijk verder, en nemen ook zijn rol als handelsreiziger over.
Desondanks doven de activiteiten geleidelijk uit en wordt de zaak D.V.V.L. stopgezet in 1967 (publicatie Staatsblad op 18-01-1968). Een van de oudste zonen heeft een deel van de activiteiten van D.V.V.L. ondergebracht in zijn eigen zaak met een atelier voor de reparatie van radiatoren en een depot en verkoop van industriële gassen.
Dat Marie-Madeleine, maar vooral Frans zeer gelovig waren, blijkt niet alleen uit de verering van de H. Maria, maar ook uit een brief die zij mochten ontvangen van de pauselijke nuntius Alessandro Solari op 2-08-19516 (tijdens het pontificaat van Pius XII).

- Voor de zakenwereld en in het openbare leven was het François; intiem werd hij aangesproken als Frans. ↩︎
- Huidig nummer 149 in de Ezelstraat is een pand van 1921 naar ontwerp van architect R. Cauwe (Brugge). Ondanks de mooie voorgevel is het pand van geen bouwhistorische waarde. ↩︎
- Boek II Ignatius en zijn nakomelingen, blz 348 ↩︎
- Belgische Militaire Weerstandsorganisatie (BMWO) ↩︎
- Omdat Les Insoumis of L’Insoumis , ontstaan uit de sluikpers en dan via officier van staatsveiligheid Maurice Van Brabant naar een gewapende weerstandsgroepering omgevormd, pas laat als gewapende weerstandsorganisatie erkend werd, hebben de leden zich ook lid gemaakt van de O.M.B.R. ↩︎
- Enkele maanden voordien werd het laatste kind geboren in de familie De Vlam-Van Lersberghe. ↩︎