Michiel de Vlam, de verloren zoon

De oudste zoon van Sebastianus verdween niet met de noorderzon, maar vermoedelijk voor de kust van Thailand met een schip van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). Reizen naar Batavia en terug was een avontuurlijke maar ook hachelijke onderneming. Storm en Engelse of Spaanse oorlogsschepen waren de grootste oorzaken van het vergaan van vele schepen, maar de V.O.C. bleef succesrijk,

Michiel is geboren ca. 1658 in het ouderlijk huis in het dorpscentrum van de heerlijkheid Tongerlo.

EntiteitNaamSoeverein
GemeenteHeerlijkheid TONGERLOPrelaat van Tongerlo, abt Augustinus Wichmans
ProvincieHertogdom BrabantLandsheer van Brabant: Filips IV
LandKatholieke/Zuidelijke/Habsburgse NederlandenKoning Spaanse Rijk: Filips IV

In 1685 is Michiel in Tongerlo nog getuige op het huwelijk van zijn zus Anna met Joannes Minion.

Michiel de Vlam was ongeveer 34 jaar toen hij aanmonsterde op het schip Goudestein, wellicht een schip van het type pinas.
Het schip is aangekomen in Batavia, maar er is geen informatie over of en wanneer Michiel is aangekomen of indien hij onderweg is overleden, hetzij tussen de Republiek en Batavia met Kaap de Goede Hoop als tussenstop.
Hij was of soldaat of matroos/busschieter (wapen van de Sint-Norbertusgilde), ofwel misschien officier (want met 30 jaar was hij al te oud om matroos te zijn. Misschien was hij gewoon passagier, op weg naar avontuur, roem en fortuin?

De schuldbrief van “Michiel devlam van Tongerloo”, onderschreven op 13 augustus 1692 voor 100 gulden aan Joos de Baelen

Om welke reden hij het ruime sop heeft gekozen, zullen we nooit weten. Mogelijk had hij zin voor avontuur en de opgesmukte verhalen door de ronselaars van de V.O.C. zullen daar zeker hebben toe bijgedragen. Michiel trok naar Zeeland en monsterde daar aan op de rederij van de Goudestein. Misschien heeft zich als militair kannonier aangemeld bij de V.O.C. Busschieter had hij ook kunnen zijn als hij een ervaren matroos was, maar hij had al de leeftijd van een dertigjarige wat naar verluid te oud is om matroos te zijn, tenzij hij reeds op jongere leeftijd ervaring heeft opgedaan en was hij officier. Hiervan hebben we echter geen bewijs, noch van enige andere stiel. Wat we wel vermoeden (en dat inspireerde misschien ook zijn jongere broer Petrus) is dat hij kanonnier was en met die specialisatie in dienst trad bij de VOC. Nu is het wel zo dat matrozen werden geworven rond de leeftijd van 25 jaar en onderofficieren aan de gemiddelde leeftijd van 32 jaar. Uit de lijst van opvarenden vinden we meer rekruten uit Tongerlo en Westerlo als o.a. kanonnier/busschieter, en gegeerd bij de V.O.C. of voor de handhaving van de openbare orde in Batavia.

Er is ook nog een andere hypothese.

In tegenstelling tot wat in 2016 nog werd vermoed, is Michiel – de jongste broer van Sebastianus – niet overleden in 1638 samen met zijn moeder. We hebben zijn naam teruggevonden in 1660 waar hij als doopgetuige optrad. Dit opent een ander perspectief.
Het kan zijn dat de vermeende oudste zoon van Sebastianus niemand minder is dan zijn eigen broer Michiel, maar dan was hij bij de monstering bij de V.O.C. was al 56 jaar wat eigenlijk al te oud was om als soldaat aangeworven te worden. Misschien was hij een uitzondering. Ook dat zullen we nooit weten, want er zijn geen andere documenten gevonden met zijn naam binnen de V.O.C.
, noch is een begraafakte met de naam Michiel (de) Vlam voor de broer van Sebastianus.

Het schip van Michiel heette Goudestein, dat vertrok uit een van de havens in Nederland, Wielingen, onder toezicht van de kamers van de V.O.C., kamer van Zeeland.


Het schip was twee maanden onderweg, en plande slechts twee tussenstoppen: eenmaal aan Sao Tiago op de Kaapverdische eilanden voor een kapiteinswissel en een tweede maal aan Kaap de Goede hoop in het huidige Zuid-Afrika. Aan de routes en informatie, ook van opvarenden, van de schepen van de V.O.C. is geen gebrek. Hier bestaan veel studies over en websites geven toegang tot al de beschikbare informatie. Zo kennen we het traject van het schip Goudestein met kapitein Bouman. Echter, tijdens de heenreis liep het al fout. Bij het aanleggen aan Sao Tiago tussen 16 en 28 oktober 1692 greep een kapiteinswissel plaats tussen Wijnand Bouwman en Kornelis Mesdag, kapitein op de VOSMAAR (1650) die de Goudesteijn vergezelde op zijn reis naar Batavia, vermoedelijk waren er nog twee andere schepen meegevaren: Langewijck en de Tamboer; In Sao Tiage maakten 5 matrozen en een soldaat van de gelegenheid gebruik om te deserteren. Het is niet duidelijk of Michiel hierbij betrokken was. Na de tussenstop voor proviand op Kaap de Goede Hoop zette het schip koers naar Batavia om aldaar op 30 mei 1693 behouden aan te komen. Er is van Michiel echter geen spoor meer, niet in Batavia, noch op Zuid-Afrika, noch op de Kaapverdische eilanden. Het kan zijn dat hij net als veel andere opvarenden aan boord is overleden en dus een zeemansgraf kreeg. daar is echter geen informatie over bekend. Wel weten we dat op de heenreis tussen Wielingen en Kaap de Goede Hoop 51 matrozen zijn overleden, maar geen van de 110 soldaten of de 16 passagiers. Op de Kaap verlieten 32 matrozen de Goudestein en scheepten er twee matrozen en 1 soldaat in voor Batavia. 32 soldaten en 2 passagiers bleven eveneens op de Kaap. Op weg naar Batavia overleden nog eens 33 matrozen en 23 soldaten.

VOC: Opvarenden,
Voornaam opvarende: Michiel de Vlamme, zoon van Sebastianus en Maria
(W.N.K. 0.II.2)

Periode: 1699 – 1794
Voornaam opvarende Michiel
Tussenvoegsel opvarende de
Achternaam opvarende Vlam
Herkomst opvarende Tongerloo
Datum indiensttreding 1692-08-13
Functie bij indiensttreding (onbekend)
Uitleg over functie de functie wordt in het scheepssoldijboek niet vermeld
Uitgevaren met het schip Goudestein
Waar uit dienst Onbekend
Reden uit dienst Niet ingevoerd
Schuldbrief Ja
Maandbrief Nee
Scannaam NL-HaNA_1.04.02_12235_0001.jpg
Scan http://hdl.handle.net/10648/82122491-c41e-4737-7b99-a9c617ac5a79
Bronverwijzing Nummer toegang: 1.04.02, inventarisnummer: 12235, folionummer: 1

VLAM!